Katten

Informatie over katten

"De kat is aan de mens gegeven opdat hij zonder gevaar het genoegen zou hebben een tijger te aaien." 

Giovanni Rajberti (Italiaanse schrijver en dichter 1805-1861)

Het gedrag van katten

Het gedrag van de baas of bazin van een kat is eigenlijk nog belangrijker om te bespreken dan het gedrag van de kat zelf. U zelf bent namelijk in staat om het gedrag van uw kat in belangrijke mate te beïnvloeden. Het zal duidelijk zijn, dat hoe jonger de kat, hoe meer uw invloed zal zijn.

Natuurlijk speelt het temperament van de kat een grote rol. Maar je kan toch een aantal dingen zeggen die voor de meeste katten gelden:

  • Katten houden niet van drukte;
    Als u een huis vol visite heeft, dan kruipt een kat weg. Hij is dan niet bang, hij wil gewoon met rust gelaten worden. Vaak wint zijn nieuwsgierigheid het en komt hij wel tevoorschijn om kennis te maken;
  • Katten houden van regelmaat;
    Katten zullen u waarschuwen, wanneer het tijd is om op te staan of wanneer etenstijd is aangebroken;
  • Katten zijn dieren die het liefst op dezelfde plaats blijven;
    Op vakantie gaan, of meegenomen worden in de caravan is voor alle katten een verschrikking. Hoewel er katten bestaan die zich meer hechten aan de baas dan aan de plaats zullen alle katten er de voorkeur aan geven met de vakantie thuis te blijven en verzorgd te worden door een bekende.

Waardoor wordt het gedrag bepaald?

Katten zijn dieren die in eerste instantie op hun oren en ogen vertrouwen en pas in tweede instantie op hun neus. Hierin zijn ze dus duidelijk anders dan een hond.

Een uitzondering op die regels is het zicht op korte afstand. Het best kun je dat zien, wanneer je vlak bij de kat een kattensnoepje neerlegt. Zijn ogen zijn ongeschikt om te kijken op korte afstand en hij zal het snoepje dan ook zoeken met zijn neus.

Het gedrag van de kat wordt dus bepaald door de manier, waarop hij zijn zintuigen gebruikt. Wij zullen ons beperken tot het bespreken van sociale gedragingen van katten onderling en in relatie tot de mens.

Geurvlaggen

Merkwaardig genoeg speelt bij sociaal gedrag de neus een veel belangrijkere rol dan bij de jacht. Katten laten dan ook op veel manieren zien, dat zij er zijn door middel van zogenaamde geurvlaggen:

  • Zowel poezen als katers sproeien;
  • In de voetzooltjes van de voorpoten zitten zweetkliertjes. Bij het scherpen van de nagels, laten zij dan ook geurstoffen achter;
  • Op de kop zitten verscheidene geurkliertjes. Het zogenaamde kopjes geven zorgt weer voor geurmerken;
  • Het strijken met de flanken langs de benen van de eigenaar laat ook geurmerken achter;
  • Ook de manier waarop de kat al of niet zijn ontlasting onderkrabt en dus in meer of mindere mate laat blijken dat hij er geweest is heeft een sociale functie, met name voor de rangorde;
  • Onder de staart zit een belangrijke geurklier. Die zorgt voor belangrijke informatie bij de ontlasting. U mag het als een groot compliment beschouwen, als de kat zijn achterwerk naar u toedraait. Hij wil u dan laten ruiken. De meeste mensen zullen dit echter nalaten.....

Het zal duidelijk zijn, dat katten en mensen heel anders denken over welke geurvlag gewenst is. Voor zover wij de geuren kunnen ruiken, ervaren wij die geuren altijd als onaangenaam.

Ook de manier waarop katten de geuren overbrengen kan voor een probleem zorgen: als een kat de krullen van de trap krabt, is dat een teken dat hij zich thuis voelt bij u. Voor hem is dat normaal gedrag. Voor de mens is dat in veel gevallen onaanvaardbaar. Het zogenaamde kopjes geven daarentegen wordt door de mens als aangenaam ervaren.

Groepen

Huiskatten vormen, als zij met meerdere katten samenwonen, familiegroepen. Het is een vergissing om te denken, dat katten altijd solitaire dieren zijn. Dieren, die tot dezelfde groep behoren begroeten elkaar met het bekende "prrrrt", zij snuffelen aan elkaars neus, halen informatie van elkaars achterwerk en brengen elkaars geur over, door langs elkaar heen te strijken. Zodoende bevestigen ze, dat zij bij elkaar horen. Niets is een gezelliger gezicht dan 2 katten die tegen elkaar aan liggen te slapen of die elkaar wassen. Er zijn natuurlijk ook veel katten die wel solitair zijn en die liever alleen zijn dan met een soortgenoot. Deze katten kunnen bijvoorbeeld een 'opleving' krijgen als de andere kat in huis overleden is.

Rangorde

Overal waar groepen katten samenleven, speelt rangorde een rol. Eerst moeten we vaststellen, dat als er al een "hoofd-kat" zou zijn, die positie afhankelijk is van tijd, plaats, humeur, jaargetijde, aanwezigheid van andere katten en tal van andere factoren. Zo kan het zijn, dat een kat de baas is op een bepaalde slaapplek en iedereen wegjaagt, maar op een andere plek is hij de ondergeschikte. 

Overigens is de rang van een kater iets gemakkelijker te bepalen aan de hand van zijn territorium. Het spreekt echter vanzelf, dat wanneer hij gecastreerd wordt, zijn positie onmiddellijk naar beneden zal tuimelen. Een castratie is daarom geen kleinigheid. Het heeft grote gevolgen voor zijn sociale leven. Dit geldt overigens ook voor poezen. Een poes met een nestje heeft een zeer hoge sociale status in een groep en haar positie duikelt, wanneer zij gesteriliseerd wordt.

Bekendheid met de omgeving levert ook een stevige sociale positie op. En daar kan je gebruik van maken bij de introductie van een nieuwe kat. Je laat de nieuweling bijvoorbeeld een weekje in een bepaalde kamer. Zodoende kunnen andere katten er niet bij en ontstaat voor de nieuweling een territorium, dat hij erg goed kent. Daar zal hij veilig zijn en de baas zijn. Als u dan ook voor voldoende schuilplaatsen zorgt, zal hij in zijn eigen tempo kunnen wennen aan andere katten, als de deur open gaat.

Socialisatie 

  • Actieve kittens zijn als adult ook actief
  • Vocale kittens zijn als adult ook vocaal
  • Vocale en actieve kittens zijn meest responsief tov mens
  • Maar: niet goed te socialiseren kittens vallen ook onder dit type

Voorwaarden voor goede socialisatie in socialisatiefase en daarna:

  • Veel contacten met volwassenen en kinderen, hoe langduriger contact, hoe socialer de kat wordt     
  • Bevordering voor de vermindering van angst:
    - Opgroeien in een stimulusrijke omgeving
    - Vroeg beginnen met transport in auto etc.

Gedragstherapie

  • 2 - 8 weken: inprentingsperiode: belangrijkste periode, laten wennen aan alle situaties waar de katten later mee in contact gaan komen: mensen, stofzuiger, honden, reismand enz
  • Door problemen in kittenperiode kan de angst- en stressgevoeligheid toenemen
  • Problemen in de kittenperiode worden meegenomen naar volwassenheid, kat is op 1,5 jaar volwassen. Op deze leeftijd begint vaak het sproeien of wildplassen
  • Angst is belangrijke oorzaak van heel veel problemen
  • Rustige aanpak is heel belangrijk bij katten
  • Bij vervelend gedrag is negeren belangrijk, een kat straffen heeft geen zin
  • Stimuleren van positief gedrag werkt het beste
  • Bij probleem van bv. sproeien niet het probleem zelf aanpakken (bv. kat met neus erin wrijven), maar oorzaak opsporen
  • Er zijn voor behandeling tientallen adviezen, best worden deze allemaal zo snel mogelijk toegepast EN eigenaar moet wekelijks verslag doen van hoe het gaat
  • Stress factoren: aantal dieren, beschikbare ruimte, beschikbare hulpbronnen. Gouden regel is n+1 (n=aantal dieren) voor de levensbehoeften. Bijvoorbeeld bij 3 katten in huis: best vier kattenbakken, vier kamers waar katten in kunnen komen enz
  • Natuurlijk gedrag kunnen vertonen is heel belangrijk. Zo is een kat een roofdier die in de natuur 6-8 uur per dag bezig is met eten zoeken. Als een kat in huis moeite moet doen voor zijn eten, bijvoorbeeld door het op verschillende plaatsen te verstoppen, of door het in een wc-rolletje of iets dergelijks te stoppen, zal de kat meer tevreden zijn met zijn verorberde buit.

Bij gedragsbehandeling is het heel belangrijk dat alle leden van het gezin betrokken zijn en dat de adviezen consequent worden toegepast.
Behandeltermijn: afhankelijk van het tempo waarin de eigenaren meewerken:

  • Agressie naar mensen: 1 maand
  • Onzindelijkheid: 2 maanden
  • Angst: 12 maanden

Sproeien en ongewenst plasgedrag bij de kat

Sproeien is natuurlijk gedrag voor een kat. Kenmerkend is de houding van een kat; de kat ruikt aan de plek, draait zich om en sproeit urine met de staart trillend recht omhoog tegen de plek. Ongecastreerde katers vertonen dit gedrag, soms wordt het ook gezien bij gecastreerde katers en poezen. Als een kat ongewenst plasgedrag vertoont neemt deze een normale plashouding aan, maar dan op ongewenste plaatsen, zoals kleding of bed. Belangrijk bij ongewenst plasgedrag is om het verschil te maken met een medisch probleem. Bij ongewenst plasgedrag zullen de plassen een normale grootte hebben en zal de kat verder gezond ogen. Bij bijv. een blaasontsteking zal de kat kleinere plassen doen, kan de kat hierop persen en kan er evt. bloed bij zitten. Wat kan er gedaan worden om sproeien en ongewenst plasgedrag tegen te gaan?

Castratie/sterilisatie

Als dit nog niet gedaan is bij sproeiende katten, is dit het eerst aangewezene om te doen.

Gedragstherapie

Bedenk waarom de kat ineens sproeit of ongewenst plasgedrag vertoont. Is er bijvoorbeeld een stressfactor aanwezig zoals een nieuwe kat bij de buren of is er iets veranderd in huis? Dan is het belangrijk om de kat zich weer prettig te laten voelen.

De kat door de met urine bevuilde plaats halen is volkomen zinloos. De bevuilde plaats onaantrekkelijk maken is wel zinvol. Een goede methode is om de plekken schoon te maken met water en zeep en eventueel een eiwitoplossend middel zoals Biotex. Ook kunt u de kat tijdens het sproeien laten schrikken door bijv een sleutelbos te laten vallen. Let goed op dat u dit tijdens het sproeien, en niet 1 minuut later. Ook is het nodig om dit meerdere keren achter elkaar te doen, zodat de kat het verband legt tussen zijn gedrag en de 'afstraffing'. Let goed op dat de kat niet doorheeft dat de afstraffing van de baas afkomstig is. De markeerplaats kan ook onaantrekkelijk gemaakt worden door er aluminiumfolie overheen te leggen of plakken. De meeste katten hebben hier een hekel aan.

Kattenbak

Ga na of het plaatsen van extra kattenbakken op de urineerplaats effect heeft. Als u meerdere katten heeft, is het verstandig minimaal evenveel bakken als katten te hebben en dan nog een bak extra. Ook kan andere kattenbakvulling (zand, aarde, krantensnippers) en een bak zonder of juist met kap geprobeerd worden. Zet de kattenbak op een rustige plek, liefst bij de uitgang van het territorium, zoals bij een deur.

Voerbak

Een kat zal niet plassen op een plaats waar hij te eten krijgt, dus u kunt ervoor kiezen om tijdelijk de voerbak op de sproeiplek te zetten.

Spray

Sproeien en plassen hebben als doel om geurvlaggetjes uit te zetten. Er is een spray op de markt die kateigen geurstoffen, feromonen genaamd, bevat (Feliway). Door deze spray op de urineerplaatsen te sprayen wordt de aandrang van de kat zelf om deze plaatsen te markeren minder. Dat effect wordt ook bereikt door een watje langs de kin en wangen van een kat te wrijven en dit watje op te hangen op de urineerplaatsen.

Medicijnen en dieet

Eventueel kunnen rustgevende of stressonderdrukkende medicijnen gegeven worden. Er is ook een rustgevend dieet wat bij sommige katten uitkomst biedt.

Voor verdere vragen over dit vervelende probleem kunt u altijd bij ons terecht.

Het vervoer van katten

Verminder de stress van uw kat tijdens het transport naar de dierenarts.

“Ik moet helaas de afspraak afzeggen. Tijger zag de draagmand en is er vandoor gegaan.” is geen zeldzame mededeling.

Vervoer van en naar de dierenarts kan stressvol zijn voor zowel de kat als de eigenaar. De assistentes van dierenkliniek Thorbeckelaan hebben weer een hoop bijgeleerd over het transport van katten naar de praktijk en hieronder staan een aantal handige tips hoe u uw kat het beste kunt laten wennen aan de draagmand.

Het type draagmand is van belang. Katten zitten niet graag in een mand die aan alle kanten open is. Zo voelt de kat zich van alle kanten bedreigd. Een draagmand die boven open kan is het best. Daarmee kan een kat die zich verzet zonder veel stress uit de mand getild worden. Een kat die aan de mand gewend is loopt er niet voor weg.

Zorg dat de draagmand op een vaste plek staat waar de kat graag zit, dat is bij voorkeur hoog en met een dekentje erin of een handdoek. Dat ruikt vertrouwd en zit lekker zacht, veel prettiger dan een vuile mand uit de schuur of een mand die ruikt naar de kat van de buren.

Stap 1.
Probeer vervolgens de kat er in te lokken door een paar dagen achtereen wat voedsel in de mand te leggen, eerst voorin maar dan steeds meer achterin.

Stap 2.
Als stap 1 al een paar dagen goed gaat kunnen we beginnen met het deurtje kort dicht te doen en aan de achterkant door de tralies heen te voeren. Probeer de kat ook in de mand te lokken en de deur te sluiten zonder er voedsel in te leggen. Als ook dat lukt kunt u een stukje met de mand gaan lopen. Beloon de kat met een paar brokjes bij elke vooruitgang die u maakt.

Zodra de kat zich angstig gedraagt of zich verzet moet u “een stapje terug doen”. Op deze manier zal de kat de draagmand niet associëren met de dierenarts, maar met iets leuks en lekkers.

Rustgevende stoffen

Om de stress tijdens het transport te verminderen kunt het rustgevende katten feromoon, Feliway spuiten in de draagmand en ook in de auto, ongeveer ½ uur voor vertrek. Ook bij het aanwennen kan dit een goed hulpmiddel zijn.

Wat kunt u verder doen voordat u met uw kat naar de dierenarts toe gaat?

  • U moet zelf rustig blijven, katten voelen stress namelijk heel erg goed aan.
  • Een kat wil altijd zijn omgeving verkennen. U kunt het best voordat u gaat rijden uw kat in het mandje laten wennen aan de auto.
  • Tijdens het vervoer kunt u het mandje bedekken. Katten ontstressen namelijk beter in een donkere omgeving.
  • Als u meerdere katten meeneemt, kunt u ze het beste in aparte mandjes vervoeren.
  • Bij katten die zeer gehecht aan elkaar zijn, helpt het nog weleens om ze allebei mee te nemen naar de praktijk. Zo kunt u voorkomen dat een kat bij thuiskomst ruzie krijgt met de andere katten vanwege ‘vreemde’ geuren.

Uw kat kan een tijdje opgenomen hebben gezeten vanwege bijvoorbeeld ziekte of onderzoek. Hieronder staan een aantal tips om uw kat met andere huisdieren weer op een goede manier in contact te brengen:

  • U moet de dieren weer rustig aan elkaar laten wennen in uw bijzijn.
  • Leg een deken, gedragen kledingstuk of speeltjes waar bekende geuren van thuis op zitten in het reismandje, zodat de kat weer naar ‘thuis’ gaat ruiken.
  • Het is beste om katten 12 tot 24 uur van elkaar te scheiden. In die tussentijd kunt u beide katten veel aanhalen zodat de geuren van de katten weer kunnen mengen.
  • Feliway in de thuisomgeving kan stress reduceren.

Vaccinaties van de kat

Kittens

Als een kitten 9 weken oud is, moet het geënt worden tegen katten- en niesziekte. Op 12 weken leeftijd moet deze enting worden herhaald om voldoende bescherming te krijgen. Pas na deze entingen kunt u uw kitten met een gerust hart naar buiten laten gaan. Na de eerste entingen krijgt u jaarlijks een herinnering toegestuurd in verband met de hervaccinatie. 12 maanden later wordt uw kat zowel tegen kattenziekte als niesziekte gevaccineerd. Daarna wordt niesziekte jaarlijks gevaccineerd, kattenziekte eens in de drie jaar.

Bij bezoek aan een pension of catteries kunnen er door hun aanvullende eisen gesteld worden, informeer ruim op tijd naar de eisen voor vaccinatie.

Vaccinaties bij reizen naar het buitenland

Als u met de kat naar het buitenland gaat moet de kat minimaal een maand van tevoren zijn ingeënt tegen hondsdolheid. U heeft een ingevuld dierenpaspoort nodig dat u bij de grens moet kunnen tonen, en de kat moet gechipt zijn. Tevens hebben sommige landen nog aanvullende eisen, voor meer informatie kunt u kijken op de website van het betreffende land of op de website van het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG).

Kattenziekte

Kattenziekte is een zeer besmettelijke virusziekte met als voornaamste symptomen braken en zeer ernstige diarree, vaak met bloed. De ziekte is in veel gevallen dodelijk. Het jonge dier moet ingeënt worden om zelf een weerstand op te bouwen (actieve immunisatie). Het is verstandig om uw kitten op 9 en 12 weken te laten enten tegen kattenziekte, en dit op 1 jaar leeftijd te herhalen. Vervolgens is eens in de drie jaar vaccineren voldoende.

Niesziekte

Niesziekte is een verzamelnaam voor een ziektebeeld dat veroorzaakt wordt door verschillende virussen, die als gemeenschappelijke eigenschap hebben infecties van de voorste luchtwegen te geven: 'verkoudheid'. Niesziekte is zeer besmettelijk, terwijl de symptomen sterk kunnen variëren, van een lichte 'verkoudheid' tot zeer ernstig zieke dieren. Het gevaar van niesziekte is niet zozeer het overlijden van de kat aan de acute infectie (zoals bij kattenziekte meestal het geval is) maar het chronisch worden van de niesziektebesmetting: dit betekent dat de kat in veel gevallen niet meer helemaal van de infectie herstelt, maar steeds weer opnieuw, bij een periode van verminderde weerstand, last van de (oude) infectie kan krijgen of dat de kat een 'chronische snotteraar' wordt, met constant een vieze neus en/of ogen. De 'injectie-enting' geeft zelden een entreactie. Opgemerkt dient nog te worden dat, gezien de complexheid van het ziektebeeld 'niesziekte', dit niet hoeft te betekenen dat een goed tegen niesziekte geënte kat nooit meer 'verkouden' kan zijn: de 'verkoudheid' zal echter zeer mild verlopen en weinig problemen geven. Vaccinatie is tweemaal nodig om een goede afweer op te bouwen. Het beste is dit op 9 en 12 weken leeftijd te doen, gevolgd door vaccinatie op 1 jaar leeftijd. Daarna dient de vaccinatie jaarlijks herhaald te worden.

Rabiës

Rabiës wordt ook wel hondsdolheid genoemd. Gelukkig is hondsdolheid in Nederland zeldzaaam. In andere landen is het een groter probleem. De ziekte wordt overgebracht via speeksel. Het kan maanden duren voordat er verschijnselen optreden. De ziekte tast de hersenen aan en dieren en mensen met rabiës gaan binnen een week na start van de verschijnselen dood aan deze ziekte. Als u met uw hond of kat naar het buitenland reist is een vaccinatie tegen rabiës verplicht. De vaccinatie wordt door veel landen pas na 21 dagen als geldig beschouwd. De vaccinatie kan gegeven worden vanaf 3 maanden leeftijd, en werkt 3 jaar. Er zijn een aantal landen (o.a. Scandinavië en Verenigd Koninkrijk) die daarnaast aanvullende eisen stellen. Informeer daarom ruim voor vertrek naar de eisen.

Castratie van een kater

Het is aan te raden uw kater te laten castreren. Hier zijn meerdere redenen voor:

  • Tegengaan van het kattenoverschot, er zitten nog steeds te veel katten in het asiel.
  • Ongecastreerde katers sproeien vaker, en hun urine stinkt.
  • Ongecastreerde katers zullen hun territorium krachtig verdedigen, met verwondingen en infecties als gevolg.

Bij de castratie wordt er onder narcose een klein sneetje in beide balzakken gemaakt waarlangs de testikels verwijderd worden. Hechtingen zijn hierbij niet nodig. Uw kat dient voor de operatie nuchter gehouden te worden, dit om braken te voorkomen. Aan alle operaties zitten risico's. Dankzij de huidige moderne narcosemiddelen zijn deze risico's gelukkig erg klein.

Als de kater na de operatie weer goed wakker is mag hij weer naar huis. Hij mag in kleine beetjes weer wat eten en drinken. De dag erna dient hij weer de oude te zijn. Laat hem de eerste 2 dagen binnen. Nadeel van de castratie kan zijn dat uw kater op termijn dikker wordt. Gecastreerde katers hebben namelijk 20 tot 30% minder energievebruik per dag vergeleken met ongecastreerde katers. Om te voorkomen dat uw kater overgewicht krijgt dient u hem na de castratie minder te gaan voeren.

Sterilisatie van een poes

Het is aan te raden uw poes te laten steriliseren. Hier zijn meerdere redenen voor.

  • Tegengaan van het kattenoverschot, er zitten nog steeds te veel katten in het asiel.
  • De kans op baarmoederontstekingen en melkkliergezwellen neemt sterk af door een sterilisatie.
  • Poezen die niet gecastreerd zijn worden elke 2 tot 4 weken krols. Dat kan enkele dagen tot een week duren. Krolse poezen zijn zeer aanhalig, proberen te ontsnappen en miauwen veel, vooral 's nachts. Veel eigenaren vinden dit vervelend.

Alternatieven voor sterilisatie zijn het binnenhouden van de kat en de poezenpil. Nadeel van binnenhouden is het krols worden van de poes. Nadelen van de poezenpil zijn dat hij niet betrouwbaar is als de pil vergeten wordt of de kat hem uitspuugt. Ook wordt de kans op baarmoederontstekingen en melkkliergezwellen groter. We raden u het gebruik van de poezenpil sterk af.

Sterilisatie van de poes is mogelijk vanaf 4 maanden leeftijd. De meeste poezen worden op een leeftijd van 5-6 maanden gesteriliseerd. Bij de sterilisatie, wat in feite een castratie is, wordt er onder narcose een sneetje in de buik gemaakt waarlangs de eierstokken verwijderd worden. Als de baarmoeder afwijkend is wordt ook deze verwijderd. De buik wordt dichtgehecht, de hechtingen worden 10 dagen later verwijderd. Het is nodig uw kat voor een operatie nuchter te houden, om braken te voorkomen. Aan alle operaties zitten risico's. Dankzij de huidige moderne narcosemiddelen zijn deze risico's gelukkig erg klein.

Als de poes na de operatie weer goed wakker is mag zij weer naar huis. Zij mag in kleine beetjes weer wat eten en drinken. De dag erna dient zij weer de oude te zijn. Laat haar de eerste 2 dagen binnen. Nadeel van de sterilisatie kan zijn dat uw poes dikker wordt omdat de energiebehoefte per dag met 20 tot 30% daalt. Dit is te voorkomen door na de sterilisatie minder te gaan voeren.

Longworm bij de kat

In Nederland heeft 4% van de katten longworm. Uw kat misschien ook?

Zij kunnen hoesten, benauwd zijn of zelfs doodgaan door longveranderingen. Het onderzoek naar longworm is eenvoudig. De behandeling is ook eenvoudig. maar we moeten wel weten of ze het hebben. Uw kat krijgt longworm door contact met slakken, slakkenspoor, muizen en vogels.

Wij willen graag hoestende en benauwde katten controleren op longworm.

Lees verder voor meer informatie of maak direct een afspraak.

1.Meer informatie besmetting

Een besmette kat heeft wormlarven in de ontlasting. De larven komen in een slak door het opeten van de larven of naar binnendringen van de larve. Hier ontwikkeld de larve zich. Uw kat infecteert zich door contact met prooidieren zoals de muis, slakken en hun slijmspoor, mussen, eendenkuikens, reptielen en kippen. Vanuit het maagdarmkanaal gaan deze larven zich naar de longen bewegen. In de longen ontwikkelen ze zich tot volwassen wormen en met vier weken worden er eieren gelegd. Uit deze eieren komen larven, welke vervolgens zich door de longen voortbewegen naar de keel. Door de schade in de longen kan uw kat erg ziek worden of er zelfs aan doodgaan.

2.Meer informatie ziekteproces

Enkele weken na het binnenkomen van het lichaam ontstaan er afwijkingen en ontstekingen in het longweefsel. Het longweefsel ontsteekt door de wormen die zich daar voortplanten, gedeelten van de longen blokkeren en door het longweefsel heen kruipen. De ernst van de verschijnselen is afhankelijk van de infectiedosis, leeftijd en afweerstatus van uw kat.

De verschijnselen zijn hoesten, niezen en snotteren, vermagering, koorts, benauwdheid en zelfs sterfte. Ernstige benauwdheid en sterfte kan optreden door wormen en eieren die gedeelten van de longen blokkeren. Ondanks dat er longveranderingen ontstaan zijn deze niet altijd op een röntgenfoto zichtbaar.

Heeft u kat last van benauwdheid en/of hoesten lees dan verder wat u kunt doen.

3.Meer informatie over onderzoek & behandeling

Het onderzoek naar longworm is relatief eenvoudig. Wij hebben hiervoor 3 dagen verse gekoelde ontlasting nodig. Vervolgens zetten wij een zogeheten Baermann test in met de ontlasting, zodat de larve vrij komen uit de ontlasting. Met een microscoop beoordelen wij of er longworm larven aanwezig zijn in de ontlasting.

De behandeling is relatief eenvoudig en bestaat uit het toedienen van meerdere keren het juiste ontwormingsproduct. Echter is dit niet zonder risico, de dode larven en wormen kunnen voor problemen en kortdurende verergering van de klachten zorgen.

Heeft uw kat klachten van hoesten en benauwdheid en wilt u graag dat wij uw kat onderzoeken op longworm? Maak direct een afspraak of neem contact op met ons!

Kiespijn bij katten

Een veel vookomend verschijnsel bij katten is de tandhalslesie ook wel FORL (Feline Odontoclastic Resorprive Lesion) genoemd. Hierbij lost de wortel van de kies ter hoogte van het tandvlees (de tandhals) op, waardoor de kies verzwakt en uiteindelijk afbreekt. Zulke aangetaste kiezen zijn pijnlijk en veroorzaken een ontstoken rode tandvlees ter hoogte van de lesie, speekselen, pijnlijkheid bij het aanraken van de kies en bij het eten.

Op de foto links onderin is er een foto van zo'n dergelijke kies. Op het eerste gezicht ziet het gebit er keurig uit. Bij uitgebreid onderzoek is er een onregelmatig oppervlak voelbaar als over het kiesje heen gestreken wordt.
Op de röntgenfoto is te zien dat de hals van de kies grotendeels opgelost is en zo ook de kieswortels. De enige behandeling van zulke aangetaste kiezen is het verwijderen of extraheren daarvan.

Bijzondere ziekten bij katten

Nierfalen bij katten

Chronisch nierfalen is een veel voorkomend probleem bij (oudere) katten. Het is belangrijk om dit in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen.

Symptomen

Katten met slecht werkende nieren kunnen moeilijker hun afvalstoffen uit het bloed kwijt raken. Ook kan het zijn dat ze juist goede stoffen kwijt raken via de nieren. Symptomen van een slechte nierfunctie zijn onder andere veel drinken en veel plassen, een slechte vacht, gewichtsverlies, braken en een te hoge bloeddruk.

Diagnostiek

Als een dierenarts bij ons een nierprobleem vermoedt, nemen we urine en bloed af. In de urine kunnen we kijken hoe goed de nieren kunnen concentreren en of er stoffen in zitten die er niet in horen. In het bloed kunnen we naar bepaalde stoffen kijken die normaal via de nieren worden uitgescheiden, maar bij nierproblemen minder. Deze stoffen kunnen dan teveel in het bloed worden gemeten. In overleg kan er ook verder onderzoek gedaan worden naar een mogelijke onderliggende oorzaak, bijv. met behulp van echografie. 

We zien bij katten met chronische nierproblemen regelmatig een verhoogde bloeddruk. Het is dus ook aan te raden om de bloeddruk te meten en indien nodig dit te behandelen.

Therapie

Chronisch nierfalen is een proces dat meestal helaas onomkeerbaar is. Wel kunnen de nieren ondersteund worden. Dit wordt onder andere gedaan met een dieet en genoeg laten drinken. Met een ondersteunende dieetvoeding kan het leven van uw kat aanzienlijk verlengd werden. Eventueel kunnen er in overleg met uw dierenarts medicijnen worden voorgeschreven. Regelmatige controle vinden wij erg belangrijk bij nierproblemen.

Hypertrofische Cardiomyopathie (HCM) bij katten

Hypertrofische Cardiomyopathie (HCM) komt bij vrijwel alle diersoorten voor, ook bij de mens. Hypertrofe Cardiomyopathie is de meest voorkomende oorzaak voor een plotselinge dood onder jongvolwassenen. Dat geldt ook voor een aantal kattenrassen. De dieren overlijden aan hartfalen en aan thrombo-embolisme (bloedpropjes). Door diverse oorzaken kan de hartspier (het myocard) verdikken (hypertroof worden), waardoor deze zijn functie niet meer goed kan vervullen. Op basis van deze oorzaken wordt een onderverdeling gemaakt in primaire en secundaire hypertrofie. Bij primaire hypertrofie wordt de afwijking veroorzaakt door een afwijking die in de spiercellen zelf ligt, zoals het geval is bij HCM. Secundaire hypertrofie wordt veroorzaakt door een aandoening van buitenaf die het hart aanspoort tot harder werken, bijvoorbeeld een lekkende hartklep, hoge bloeddruk of een te snel werkende schildklier. In beide gevallen verdikt de hartspier uiteindelijk zodanig dat de normale functie belemmerd wordt en hartfalen ontstaat. Uiteindelijk ontstaat een zogenaamd overvullingsbeeld waarbij er vocht in de longen zit (longoedeem). De kat krijgt ademhalingsmoeilijkheden, vochtophoping en uiteindelijk sterft het dier.

Een verschijnsel dat past bij HCM is een acute hartdood. Iedereen kent wel de voorbeelden van jonge sporters die bij het leveren van inspanning plotseling dood neervallen. Bij katten kan precies hetzelfde gebeuren. De oorzaak van dit plotselinge overlijden is een fatale hartritmestoornis. Verder is duidelijk dat katers, door nog onbekende oorzaken, vaker aangedaan zijn dan poezen. Ook een plotselinge verlamming van (meestal) de achterpoten past bij HCM. Door de verdikking van de hartspier verandert het hart van vorm. Hierdoor kunnen wervelingen in het bloed ontstaan en die leveren op hun beurt weer een vergrote kans op bloedpropjesvorming. Deze propjes komen in de bloedsomloop en verstoppen daar bloedvaten die naar belangrijke structuren lopen. De kat krijgt dan bijvoorbeeld een herseninfarct.

HCM is niet te genezen. Een dier dat de erfelijke aanleg heeft zal vroeg of laat verschijnselen van de ziekte krijgen. Het moment waarop dit gebeurt kan echter sterk verschillen, en ook de ernst van de symptomen verschilt van geval tot geval. De behandeling van HCM bestaat vooralsnog alleen uit symptoombestrijding: door het geven van medicijnen (onder andere beta-blokkers en ACE-remmers) wordt getracht het hart zo goed mogelijk te laten functioneren zonder de verdikking te laten toenemen. Verder is het belangrijk om een regelmatig hartritme te handhaven, waarvoor soms anti-arrhytmica gegeven worden.

Hypertrofische Cardiomyopathie (HCM) is een veelvoorkomende ziekte en wordt als doodsoorzaak gemeld in bijna alle kattenrassen. Helaas zijn er vele erfelijke vormen van HCM en beschikken we tot nu toe slechts over een DNA-test voor twee van die varianten, één die bij de Maine Coon en de ander die bij de Ragdoll voorkomt.

Mocht u uw kat willen laten testen op HCM, informeer dan bij een van de medewerkers van Dierenkliniek Thorbeckelaan of neem direct contact met ons op.

Polycystic Kidney Disease (PKD) bij katten

Katten met Polycystic Kidney Disease (PKD) krijgen in de loop van hun leven steeds meer met vocht gevulde blaasjes (cysten) in hun nieren. Deze drukken langzaam maar zeker het nierweefsel weg totdat het punt wordt bereikt waarop de nieren hun werk niet meer kunnen doen.

De dieren met PKD vertonen de symptomen van nierfalen dat in de loop van de tijd steeds erger wordt. De algemene verschijnselen die daarbij horen zijn verminderde eetlust, overmatig drinken en gewichtsverlies. Ze sterven op een leeftijd die meestal tussen vier en acht jaar ligt aan vergiftigingsverschijnselen.
Een deel van hen hoeft die laatste fase niet door te maken omdat ze voordien een inwendige bloeding krijgen of omdat een ander vitaal systeem uitvalt. Er zijn ook meldingen van katten die pas heel laat in hun leven de fatale fase bereiken waardoor PKD niet direct wordt opgemerkt, ze lijken aan de gebruikelijke ouderdomskwalen te overlijden.

Behalve in de nieren ontstaan bij PKD-katten ook cysten in de lever, de alvleesklier en soms in de baarmoeder. Die cysten kunnen ook aanleiding tot storingen gevolgd door ziekteverschijnselen geven. Het lijkt er echter op dat de cysten in de nieren bij vrijwel alle PKD-katten de stoornissen en functieverliezen veroorzaken die uiteindelijk de dood tot gevolg hebben.

De erfelijke afwijking PKD is waarschijnlijk vele tientallen jaren geleden ontstaan bij de Perzische katten. Vanuit de Pers is deze erfelijke ziekte in de Exotic terechtgekomen. Binnen die beide rassen vinden we de meeste lijders aan PKD. Ook bij de Birmaan, de Ragdoll, de Snowshoe, de Turkse Van en de Scottish Fold moeten we bedacht zijn op PKD.

Mocht u uw kat willen laten testen op PKD, informeer dan bij een van de medewerkers van Dierenkliniek Thorbeckelaan.

Pyruvaat Kinase bij katten

Pyruvaat Kinase is een enzym dat een belangrijke rol speelt bij de energiestofwisseling. Een tekort (deficiëntie) aan dit enzym leidt tot een tekort aan energie in onder andere de rode bloedlichaampjes (de erythrocyten) waardoor deze hun werk niet of nauwelijks kunnen doen en vroegtijdig afsterven. Hierdoor ontstaat er een tekort aan rode bloedlichaampjes. Uiterlijk zien we dan bleke slijmvliezen. We noemen dit bloedarmoede of anaemie. Rode bloedlichaampjes zorgen voor het transport van zuurstof door het lichaam. Het zuurstof wordt gebonden aan het haemoglobine (de rode bloedkleurstof). Bij een vervroegd afsterven van de erythrocyten vindt een verhoogde afbraak plaats van haemoglobine (haemolyse). Dit gebeurt vooral in de milt, een deel van het haemoglobine (de haem-groep) wordt echter afgebroken in de lever. De reststoffen die hierbij overblijven (o.a. bilirubine) geven aan het bloedplasma een gelige kleur. Bij voldoende hoge concentratie kunnen de slijmvliezen, het wit van de ogen en zelfs de huid gelig verkleuren.

De symptomen die met PKdef gepaard gaan zijn die van een haemolytische anaemie: sloomheid, moeheid, gebrek aan eetlust, bleke en soms wat gelige slijmvliezen. De urine kan donkerder van kleur zijn en vaak is ook de milt vergroot. Meestal zijn de verschijnselen echter nogal vaag en variëren ze in de tijd. Het kan voorkomen bij de Abessijn en Somali. Ook bij "gewone" huiskatten en bij kruisingen uit Abessijnen of Somali's is de afwijking beschreven.

Mocht u uw kat willen laten testen op Pyruvaat Kinase Deficiëntie, informeer dan bij een van de medewerkers van Dierenkliniek Thorbeckelaan.